Menu Sluiten

Klaverjassen

Spelregels klaverjassen

SPELREGELS KLAVERJASSEN IN HET KORT

Spelomgeving

  • Klaverjassen wordt gespeeld met 2 tegen 2 spelers. De spelers die samen spelen zitten tegenover elkaar. Klaverjassen is ook met 2 of 3 spelers te spelen, met wat afwijkende spelregels.
  • Klaverjassen wordt gespeeld met 32 speelkaart. Dit zijn de kaarten vanaf de 7 tot en met de Azen. Alle lagere kaarten doen niet mee in spel.
  • Er zijn een aantal verschillende varianten te spelen in klaverjassen. De termen Amsterdams. en Rotterdams doelen daarbij op de manier waarop met troefkaarten wordt omgegaan, De term Utrechts is bijvoorbeeld weer een variantie op het kiezen van de troefkleur bij het begin van het spel, ten opzichte van het ‘draaien’ van de troefkleuren in het klassieke spel.
  • Laat je vooraf even informeren over de variant die wordt gespeeld. Met de basis regels in het kort over klaverjassen kun je snel inhaken.
  • Klaverjassen wordt meestal gespeeld over 16 ronden (4 speelbeurten per speler), dit noemt men een ‘boompje’. Ook wordt er wel eens gespeeld tot 1500 punten.

Spelregels kort

  • Doel van het spel is om per speelronde zoveel mogelijk punten te behalen. De kaarten hebben allemaal punten, afhankelijk van welke kleur op dat moment de troefkleur is.
  • Per ronde wordt de troefkleur bepaald. De meest eenvoudige variant (Utrechts) is dat na het delen van de kaarten de speler die aan de beurt is de kleur kiest. Bij de klassieke variant worden de lage kaarten (2 t/m 6) gebruikt om per ronde om te draaien, en mogen speler in volgorde kiezen om te spelen of te assen.
  • De speler die de troefkleur kiest of kiest om te spelen, is als eerste aan de beurt. Het doel van de 2 spelers die ‘spelen’ is om minimaal 81 punten te halven van het totaal van 162 punten. Hoe meer hoe beter natuurlijk, maar als de spelende partij minder dan 81 punten haalt, dan is dit koppel ‘NAT’ wat erop neerkomt dat de tegenstanders alle 162 punten krijgen.
  • Iedere spelen heeft 8 kaarten gedeeld gekregen. De spelers moeten na het ‘uitkomen’ met een kleur van een speler, die kleur volgen. Als ze dat niet kunnen moeten ze troeven (op gooien van een troefkaart), of als ze geen troeven hebben, een willekeurige ‘vuile’ kaart opgooien.
  • De spelen die de hoogste kaart heeft in die ronde, krijgt alle kaarten, en neemt die van tafel. Aan het eind worden alle punten opgeteld.
  • Belangrijk verschil in de waarde van de kaarten is de zogenaamde troefkleur. Troefkaarten zijn ALTIJD sterker dan de andere kleuren op dat moment. En de volgorde in sterkte van troefkaarten is als volgt: J, 9, A, 10, K, Q, 8, 7.
  • De volgorde in sterkte van de andere kleren op dat moment zijn: A, 10, K, Q, J, 9, 8, 7.
  • De puntentelling van de kaarten is als volgt, Troefkaarten: J=20, 9=14, A=11, 10=10, K=4, Q=3, 8=0, 7=0. Reguliere kaarten: A=11, 10=10, K=4, Q=3, J-2, 9=0, 8=0, 7=0.

Bijzonderheden

  • Bij klaverjassen is het zo dat je moet troeven als er een kaartkleur wordt gespeeld die je niet hebt. In sommige varianten hoef je echter niet in te troeven als op dat moment de slag aan je ‘maat’ ligt.
  • Als je alle slagen haalt als je speelt, is er sprake van een ‘PIT’, als dit lukt krijg je 100 extra punten.
  • Tijdens het spel kun je ook extra punten verdienen door ‘ROEM’ Roem krijg je als je de slag wint en is er in verschillende vormen. Je krijgt 20 punten als je de slag wint en daarin liggen 3 opvolgende kaarten van 1 kleur. (bijvoorbeeld 7,8,9). JE krijgt 50 punten roem bij 4 opvolgende kaarten. Er is 100 punten roem bij vier gelijken van 10, Q, K, A. Je krijgt 200 punten bij vier boeren (J,J,J,J) op tafel. Een andere bijzondere roem is de K en Q van de troefkaart. Dee leveren op zichzelf 20 punten op.
  • Bij klaverjassen is het ook gebruikelijk om te ‘seinen’ aan je medespeler, zodat je samen zo optimaal mogelijk aantal punten kunt halen. Als bijvoorbeeld de troefkaarten er uit zijn en je medespeler heeft een Aas van een andere kleur, dan is het handig om te weten dat je in die kleur kunt uitkomen.
  • Seinen mag natuurlijk absoluut niet door het geven van signalen aan elkaar of afgesproken opmerkingen (zeggen ‘de ruiten zijn mooi schoon hier’ kan echt niet, is onsportief, valsspelen en je verliest direct). Maar ook subtielere hints zijn verboden. WEL mag je seinen door het spelen van je kaarten. Afhankelijk van het niveau en het samenspel kan seinen goed in je voordeel werken.
  • Belangrijkste dingen die je in het kort moet weten over seinen is dat als je een 10 bij gooit als je maat bijvoorbeeld zijn of har troefkaarten speelt, dat je eigenlijk aangeeft niet de Aas te hebben. Je spekt hiermee jullie punten in feite. Verder is het opgooien van lage kaarten een signaal dat je er ook hoge van hebt. gooi je hogere kaarten, dan sein je juist dat je hier verder niks meer van hebt.
  • Een andere manier van seinen is ook wel ’tegenkleur seinen’ dit hout in dat je seint met de tegenkleur van zwart of rood. Heb je bijvoorbeeld heel veel goede harten, dan kan het helpen om deze zo compleet mogelijk te houden, en daarom te seinen met de tegenkleur.

Veel plezier met klaverjassen aan de hand van deze snelle korte spelregels!

Deel deze pagina ook met anderen als je een spelletje gaat spelen. Je kunt deze website heel makkelijk doorsturen via e-mail door op deze link: deel deze handige klaverjas spelregels

Deel deze spelregels!